Algemene kunstgeschiedenis: van de 19e eeuw tot de hedendaagse kunst

Deze cursus is het vervolg op de najaar cursus. In de 19e eeuw krijgt de kunst een ander karakter ten opzichte van voorgaande eeuwen. De kunstenaar ontwikkelt zich tot een autonoom individu, dat kunst schept zonder opdrachtgever en zich volledig richt op zijn eigen visie en indrukken. Het schilderij als venster op de wereld wordt langzaamaan vervangen door het schilderij als plat vlak, gevuld met verf. Ook de voorstelling verdwijnt aan het begin van de 20e eeuw, met als hoogtepunt de enorme abstracte doeken van na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren ’80 en ’90 komen kunstenaars weer terug van het dogmatische modernisme: ‘anything goes’, en het post-modernisme is geboren. Stromingen die onder andere behandeld worden zijn het impressionisme, expressionisme, surrealisme, abstract expressionisme, pop-art.
Bij elke les ontvangt de cursist een samenvatting
